Karl De Rycke
Karl De Rycke (°1976) is historicus en al bijna vijfentwintig jaar journalist. Na zijn non-fictieboek ‘Bergaf Bergop – Hoe long covid mijn leven op pauze zet’ uit 2023 brengt hij nu zijn debuutroman uit. Daarmee gaat zijn jeugddroom in vervulling, want Karl droomt al dertig jaar over een boek dat gebaseerd is op de oorlogsverhalen van zijn grootvader, zijn bompa Karel.
Gevangene 17683
Op 28 april 1945 eindigt WOII ook voor Karel, een Belgische korporaal van 25 jaar. Niet zwaaiend naar een parade van Amerikaanse of Britse tanks, maar met een alles-of-niets vluchtpoging, in de hoop te ontsnappen aan een moordraid van de SS in het Duitse Ertsgebergte. Het is de laatste dag van vijf jaar vol geweld en hoop, ontberingen en vriendschap, liefde en dood. 28 april 1945 zou een heel bloedige dag worden…
Bijna tachtig jaar later begint ‘Gevangene 17683’ in een rustoord in Oudenaarde. Karl bezoekt er zijn dementerende grootvader. Karel herkent zijn kleinzoon niet meer en weet ook niet dat het zijn 98ste verjaardag is. Maar als Karl hem foto’s toont van een dagtrip die ze drie jaar eerder samen maakten naar het vliegtuigmuseum van de RAF in Londen, trekt de mist rond het hoofd van ‘Bompa Karel’ op. Hij krijgt een helder moment en vertelt dat hij zijn volledige wedervaren als soldaat in de Tweede Wereldoorlog en als krijgsgevangene van de Duitsers heeft neergeschreven. Daarin onthult hij bijna tachtig jaar na WOII de waarheid achter een groots internationaal mysterie.
‘Gevangene 17683’ is een historische roman in de eerste persoon enkelvoud. Het verhaal is gebaseerd op de oorlogsjaren van mijn grootvader. Hij vertelt daarin zelf hoe hij en zijn makkers in mei 1940 dagenlang vochten tegen de Duitsers. Na die Slag aan het Schipdonkkanaal kwam mijn opa in het krijgsgevangenkamp Stalag XVII B terecht. Daar was menselijkheid een vergeten droom en werd Karel nummer 17683, of zoals de Duitsers hem noemden: siebzehn sechs dreiundachtzig. Uiteindelijk moest hij tot het einde van de oorlog verplicht werken in een wapenfabriek in het oosten van Duitsland. Tot eind april 1945: dan ondernamen hij en enkele vrienden een uiterst riskante ontsnappingspoging.
Wat ik in de vorige paragraaf beschrijf, is echt gebeurd. Maar bompa wist dat ik niet aan geschiedschrijving zou doen. Hij vond het een leuk idee dat ik een roman wilde schrijven aan de hand van zijn notities en verhalen. Dus goot ik er een laag fictie over. In het ‘Nawoord’ doe ik uit de doeken waar de lijn tussen fictie en feiten ligt en hoeveel opzoekwerk ik deed om alles zo historisch correct mogelijk te houden. Als historicus en journalist was dat laatste een must voor mij.
Isabelle, één van de proeflezers, schreef dit:
“Vandaag uitgelezen. Geëindigd in tranen. Respect. Het nawoord moet ik nog lezen. Voordien interesseerde een oorlogsboek mij niet echt zo… Maar wat een prachtig boek is dit. Ik ben erdoor gezogen. Geëmotioneerd, spanning, verdriet, humor, liefde, verlangen,… prachtig! Een grote proficiat. Ik hoop dat het erkend wordt voor wat het is: een topboek!”
Welkom bij StoryLand Karl.