Uitgeverij StoryLand gaat de controverse niet uit de weg.
Dat is al eerder gebleken met andere uitgaven van ons. Om het publiek op een objectieve wijze de kans te geven zich een mening over gelijk welk onderwerp te vormen, moet men elk standpunt kunnen belichten vanuit diverse hoeken. Veelal worden door bepaalde belangengroepen sommige standpunten overbelicht wat een grote invloed heeft op de publieke opinie die blind wordt voor de argumenten van de tegenpartij. Ik heb het reeds herhaalde malen geschreven, boeken die aanzetten tot nadenken, die de geest voeden met nieuwe inzichten, geven we graag uit. Zo ook het boek van Christian Parmentier.
Christian Parmentier is niet de eerste de beste
Christian Parmentier voltooide zijn studies als dierenarts in 1983 te Gent. Toch is hij een niet-praktiserende dierenarts en heeft hij 40 jaar gewerkt in het familiebedrijf Parmentier dat sedert 1962 actief was in de luxe kledingsector met focus op bont. In juli 2023 is hij met pensioen gegaan en is het familiebedrijf stopgezet omdat er geen opvolgers waren. Nu hij met pensioen is heeft hij de tijd gevonden om een boek te schrijven.
In 1996 publiceerde hij reeds het boek: ‘Het dier en zijn mensenrechten’. Dit was het eerste boek in het Nederlands waarin de toen opkomende dierenrechtenbeweging kritisch werd belicht. Het boek kreeg veel media-aandacht zodat er een paar maanden later een tweede druk verscheen. Nu brengt hij via StoryLand “Dierenwaanzin” uit.
Dierenwaanzin
Groeperingen voor dierenrechten voeren sinds de jaren 80 van de vorige eeuw onder de dekmantel van dierenwelzijn een ideologische strijd over de plaats van het dier in onze maatschappij. Daarbij willen ze dat mens en dier meer als gelijkwaardige wezens worden beschouwd met als einddoel een veganistische maatschappij. Om hun visie kracht bij te zetten trekken voorstanders voor deze maatschappij graag paralellen met de strijd tegen racisme en de strijd voor vrouwenrechten. De strijd voor dierenrechten zou er in het verlengde van liggen, maar dit is complete onzin! Maar wie het idee van dierenrechten en de gedachtegang die er achter schuilt in vraag stelt wordt door deze vermeende paralellen meteen weggezet als een harteloos iemand, als een dierenbeul. Zo wordt publiekelijk relativerende bedenkingen maken rond alles wat met het gebruik van dieren te maken heeft steeds moeilijker, zeker voor politici, want dat levert hen snel georkestreerde beschuldigingen op van ongevoeligheid voor dierenleed en het brandmerk van een moreel verdorven persoon. Politici en publieke personen worden dus meer en meer attent voor de emotionele propaganda-pletwals van de dierenrechtenbeweging waartegen blijkbaar weinig rationele argumenten bestand zijn. Met als gevolg dat het initiële uitganspunt van deze ideologie publiekelijk steeds minder in vraag wordt gesteld en steeds meer mensen een schuldgevoel wordt opgedrongen voor het gebruik van dierlijke producten. Ben je daarentegen voor dierenrechten, voor veganisme, tegen de consumptie van vlees, dan heb je ongeremd toegang tot de media. Je zal weinig tegenwind krijgen niettegenstaande 96% van de mensen vlees eet.
Het finale doel van de dierenrechtenbewegingen wordt duidelijk omschreven in hun publicaties: “… onze droom realiseren vereist niet minder dan een revolutie, een nieuwe Verlichting, in ons denken, onze taak, ons besef van goed en kwaad, onze opvoeding, onze cultuur, onze economie, ons rechtsbewustzijn…”. Maar zal de wereld verbeteren door radicale utopieën in te voeren, door een ‘nieuwe Verlichting‘ waarbij mens en dier als gelijkwaardige wezens worden beschouwd? Moeten we ‘ons denken’ aanpassen zodat we gaan denken volgens de geestelijke leiders van de dierenrechtenfilosofie? Moeten we het gebruik van dierlijke producten voortaan als iets kwaad gaan aanzien en moeten we van onze kinderen morele veganisten maken?
Typisch aan de mens is dat zijn geest kneedbaar is. Als men lang genoeg hetzelfde herhaald, ook al is het pure onzin, kan iets dat initieel door de meeste mensen als onaanvaardbaar werd beschouwd finaal toch door een grote meerderheid van hen worden aanvaard. Actievoerders omschrijven dit als ‘het rijpen van de geesten’ terwijl het in werkelijkheid neerkomt op indoctrinatie van de massa door een kleine minderheid met een extremistische persoonlijke overtuiging gekoppeld aan een goed geoliede propagandamachine. Zo wordt, via indoctrinatie, het dier meer en meer mens in ons hoofd, terwijl het dier blijft wat het is: een beest.
In het boek kan de lezer ontdekken waarom hij of zij niet moet toegeven aan de dierenwaanzin! Moreel veganisme opdringen omwille van de dieren en dit als de enige moreel juiste levenswijze aanzien is morele en bovendien ook ecologische waanzin!
In het eerste deel van dit boek gaan we samen de mens en het dier herontdekken. Dit is een meer wetenschappelijk gerichte uitleg en kan soms wat complex zijn, maar een minimale wetenschappelijke achtergrond over de menselijke evolutie biedt een nuttige achtergrond als we het hebben over de relatie tussen mens en dier. Er wordt bijvoorbeeld vaak beweerd dat er maar 1,23% verschil is tussen de genen van mens en chimpansee. Maar kun je daaruit concluderen dat je voor 98,77% chimpansee bent? Wat hebben wij en dieren gemeen, maar waar zijn de fundamentele verschillen? Dit deel neemt je mee op een korte rondleiding door de menselijke geschiedenis en de menselijke natuur, en ontdekt wat mensen speciaal en anders maakt dan andere diersoorten. Zegt het spreekwoord immers niet dat zelfkennis het begin is van alle wijsheid?
Het tweede deel gaat over ons moreel gedrag. Emoties vormen onze perceptie van rechtvaardigheid en ons moreel gedrag. Dierenactivisten zien zichzelf vaak als voorvechters van rechtvaardigheid en een hoger moreel geweten. Zij zijn ervan overtuigd dat hun visies op rationele gronden zijn gebaseerd. Als dat inderdaad het geval zou zijn, zouden alle verstandige mensen dan niet rationeel dezelfde morele keuzes maken, ook als het gaat om het gebruik van dieren voor menselijke doeleinden? Maar waarom is dit niet zo? Waarom hebben mensen hierover soms diametraal tegengestelde morele opvattingen, vaak allebei sterk overtuigd dat zij de enigen zijn die moreel gelijk hebben?
In het derde deel ontdekken we wat India’s heilige koeien en dierenrechten met elkaar gemeen hebben, en waarom ‘dierenbevrijding’ en ‘dierenrechten’ geenszins in het verlengde liggen van de strijd tegen slavernij en de strijd voor vrouwenrechten, zoals de dierenrechtenactivist ons wil doen geloven. Men betoogt ook dat dieren ‘bevrijden’, zoals men destijds gekleurde mensen heeft bevrijd, de volgende logische stap is naar een meer rechtvaardige wereld. Deze vergelijking gaat echter geenszins op. Het is een morele blunder van formaat! Deel 3 gaat ook dieper in waarom ‘samenleven’ met wolven in het dichtbevolkte gebieden zoals Vlaanderen kan leiden tot menselijke slachtoffers en wat de gevolgen zijn van een antropomorfe beeldvorming van dieren.
Het vierde deel analyseert waarom het ideologisch aangestuurd veganisme met zijn ‘melk en vlees is slecht’-verhaal en zijn zelfverklaarde ‘cruelty free’ kleding een ongenuanceerd en simplistisch gedachtegoed is, en waarom het op wereldschaal niet van toepassing is in de zoektocht naar oplossingen voor een duurzamer consumptiepatroon, tegen de klimaatverandering en voor een rechtvaardiger wereld. Want elke voedselkeuze en elke kledingkeuze heeft gevolgen, en die zijn misschien niet wat je op het eerste gezicht denkt. Kunnen we zeggen dat we meer in harmonie met de natuur moeten leven, maar dat we terzelfdertijd een volledig onderdeel van die natuur, namelijk het dierenrijk, niet meer mogen gebruiken?
De aanleiding voor het schrijven van dit boek waren o.a. volgende twee zaken.
1/ Een gesprek die de auteur in Canada had met een Native American. Christian vroeg hem wat hij vond van de morele veroordeling van zijn werk als pelsjager door dierenrechtenactivisten. Zijn antwoord was: “Jullie hebben de natuur volledig veranderd en aangepast aan jullie behoeften. Het grootste deel van jullie bossen en wilde dieren zijn verdwenen. Landbouw is in de plaats gekomen en de dieren zitten opgesloten in boerderijen. Hier in het Hoge Noorden maken de klimatologische omstandigheden het onmogelijk om de natuur aan te passen aan de wensen van de mens. Wij passen onze manier van leven aan de natuur aan. Wij leven nog echt in en van de natuur en het is onmogelijk om hier te overleven zonder te jagen. Welke levenswijze heeft de minste impact op de natuur en de dieren die er leven? Wat zijn de gebieden met nog de meeste dieren in het wild? En nu gaan zij, die de natuur volledig hebben veranderd en aangepast aan hun behoeftes, ons zeggen dat wij verkeerd bezig zijn? Waar halen deze mensen het recht en de pretentie vandaan om onze manier van leven moreel te veroordelen? “.
2/ Het recent (2023) verschenen boek ‘Gerechtigheid voor dieren, onze collectieve verantwoordelijkheid’ van Martha Nussbaum, hoogleraar recht en ethiek aan de Universiteit van Chicago. In haar boek ontwikkelt zij een filosofisch-politieke theorie die stelt dat alle dieren moeten aanzien worden als individuen die ernaar streven zichzelf te ontwikkelen en dat geen enkel individu en geen enkele groep van individuen mag worden gebruikt als eigendom van anderen of als middel tot het doel van anderen. Zij stelt daarom dat we, omwille van gerechtigheid voor dieren, zware inspanningen moet leveren om onze levenswijze en onze wetten aan te passen aan de belangen van niet-menselijke dieren.
Na het lezen van dit boek en met de bedenking van de Native American in zijn achterhoofd maakte Christian zich de bedenking of de slinger rond dierenwelzijn in het Westen niet stilaan begint door te slaan? Is het gebruik van dieren door de mens inderdaad ethisch verkeerd en onrechtvaardig? Hij gelooft dat het tijd is voor een ‘open-minded’ analyse en een denkoefening. Dit boek is bedoeld voor mensen die de nieuwsgierigheid hebben om verder te kijken dan wat ze gewoonlijk horen over dierenrechten en dierenwelzijn.
Hoe dan ook is het boeiende lectuur die je nieuwe inzichten kan geven in deze discussie.
Welkom bij StoryLand Christian.